(0)

Katten en katers

E-book


'Het zal mijn katterigheid wel zijn, maar ik geloof niet dat ik

oud zal worden. Waar leef ik voor? Hetzelfde nutteloze gevoel

als toen ik in dienst was, maar veel erger, want nu ben ik alleen.

Niemand kan het iets schelen of ik leef of niet leef,' schreef

Remco Campert in 1969. Overal in het werk van Remco Campert

figureren katten en katers. Spinnend op schoot, verloren

geraakt in de binnentuin, symbolisch met de kolder in hun kop.

Al in zijn allereerste verhalenbundel duikt een kat op: de kater

Gerrit die kan spreken, 'wat erg hinderlijk was'.

Veel hinderlijker nog zijn die andere katers: die na een avond

stevig doordrinken. 'Omdat ik het vorige avond laat had gemaakt,

werd ik donderdag wakker met het gevoel dat ze me

maar het beste in een oud karpet konden rollen.'

Campert is specialist in beide, de katten en de katers. De katten

zijn autonoom als hijzelf en kat en mens zijn onlosmakelijk met

elkaar verbonden, zoals de poes uit Dagboek van een poes aantoont:

'Ik ben zijn levende wekker. Als hij mij niet had, zou hij

misschien wel altijd in bed blijven liggen.'