Een gelukkig gescheiden gezin huurt elke zomer een huis aan de Zuid-Franse kust om het leven van voor de scheiding na te bootsen. Ieder gezinslid denkt dat ze het voor een ander doen. Alleen de vader, professor Raad, weet dat hij het voor zichzelf doet. Die paar dagen aan de kust behoren elke zomer weer tot de gelukkigste in zijn jaar.
Olifantenpaadjes is een komische en ontroerende roman over een familie die tegen beter weten in vasthoudt aan oud en beproefd geluk, ook al zijn de barstjes duidelijk zichtbaar.
Toen Raad vijf jaar was en niet langer in de plooien van zijn moeders rok paste, en mensen buiten de familie met een familiemening de moeder van Raad erop wezen dat het vijfjarige kind niet langer wat ‘aan de bange kant’ was maar ‘een angstige indruk’ maakte, besloot zijn moeder van een van haar grote, stevige rokken een knuffelolifant te maken. ‘Laat Mimp maar antwoord geven als het allemaal een beetje spannend is, lieverd,’ had zijn moeder hem ingefluisterd. Vanaf die dag sliep Raad op het randje van zijn bed, zodat er genoeg ruimte overbleef voor zijn olifant, en voor de ruime, ongedwongen persoonlijkheid van zijn olifant.