Parre groeit op in een Veluwse boerengemeenschap, in een huis waar nauwelijks gesproken wordt. Vol verwondering en op zoek naar de verbinding die hij thuis niet vindt, trekt hij er als jonge jongen ’s nachts op uit en sluit hij vriendschappen met de dieren in het bos. Om diezelfde reden stapt hij in de dure Mercedes die hem in Amsterdam brengt. Vanaf dat moment leeft Parre in twee werelden: in het streng christelijke milieu dat hij zichzelf eigen heeft gemaakt en in de gokscene in de stad. Dat hij die twee levens zorgvuldig gescheiden houdt, is voor hem vanzelfsprekend. Over sommige dingen spreek je niet. Totdat hij met zijn rug tegen de muur staat en niets anders wil dan verdwijnen. Achtervolgd door schulden, op de grens van waanzin, maakt hij een keuze.
Geïnspireerd door zijn eigen levensverhaal geeft Van Essen een intieme inkijk in de eenzame wereld van een gokverslaafde die het voor elkaar krijgt om uit het dal te klimmen.