Wanneer FBI-agent Amos Decker en journaliste Alex Jamison op bezoek gaan bij Jamisons zus in Baronville, een stadje in Pennsylvania dat betere tijden heeft gekend, raken ze op de eerste dag al betrokken bij een moordonderzoek. Die avond ziet Decker in het raam van een verderop gelegen huis een flikkerend licht, gevolgd door vlammen. Nieuwsgierig geworden gaat hij op onderzoek uit, maar wat hij ontdekt is veel meer dan een beginnende brand. In het huis bevinden zich twee doden. Het ene slachtoffer is opgehangen en op de vloer onder zijn lichaam bevindt zich een enorme plas bloed. De andere man draagt een politie-uniform en ligt met schuim rond zijn lippen in de kelder. Wie de twee doden zijn, weet niemand.
Diezelfde avond nog krijgen Decker en Jamison te horen dat het niet om een opzichzelfstaand incident gaat. In de weken daarvoor zijn meerdere moorden gepleegd en de plaatselijke politie – die weinig mensen en middelen tot haar beschikking heeft – staat voor een raadsel. Wanneer Decker zijn hulp aanbiedt, wordt deze schoorvoetend geaccepteerd. Algauw blijkt echter dat hij niet de enige federale agent is die interesse in de zaak toont. Want de moorden in Baronville zouden weleens te maken kunnen hebben met een veel grotere dreiging op nationaal niveau.