Al op jonge leeftijd ziet Herman Koch de noodzaak in van het oprekken van de werkelijkheid. Verhalen worden nu eenmaal waarachtiger als je er meer bij verzint. De grens tussen geloofwaardige leugens en leugenachtige waarheden vervaagt en Koch speelt er naar hartenlust een spel mee. In een paar raak gekozen zinnen weet hij een sfeer op te roepen die nu eens melancholisch is, dan weer geestig en vol ironie. Verhalen over de kunst van het bedriegen, over personages die er net niet bij horen of krampachtig proberen authentiek te zijn, over zijn jeugd en over voetbal. Telkens verschuift Koch de werkelijkheid, en laat zijn personages iets zeggen of overkomen wat net anders is dan verwacht.
Korte geschiedenis van het bedrog bevat alle verhalen van Herman Koch tot nu toe - van zijn debuut De voorbijganger tot en met het titelverhaal dat hij schreef als gastdocent aan de TU Delft.