Rosa de Winter-Levy overleefde Auschwitz. Haar aangrijpende getuigenis van de verschrikkingen die ze meemaakte tekende ze vlak na de oorlog op.
In de laatste trein die vanuit Westerbork vertrok naar Auschwitz bevond zich Rosa de Winter-Levy met haar man en haar dochter. In Auschwitz werd ze direct na aankomst ruw gescheiden van haar man. Ze belandde in Birkenau, waar ook haar dochter van haar werd afgenomen. Ze raakte bevriend met Edith, de moeder van Anne Frank, die ook gescheiden was van haar familie. Edith stierf in Rosa’s armen, zelf ontsnapte ze op wonderbaarlijke wijze aan de dood. In de ziekenbarak van het door de SS verlaten kamp werd ze bevrijd door de Russen. Lange tijd verkeerde ze in onzekerheid over het lot van haar man en haar dochter. Maanden na de bevrijding sloot ze haar dochter weer in haar armen; haar man bleek te zijn vermoord. Nog diezelfde zomer deed ze verslag van de verschrikkingen die ze had meegemaakt. ‘In Birkenau’ is een uitzonderlijk directe en zeer aangrijpende getuigenis.
Met een voowoord van Ronit Palache.