In Wit is altijd schoon heeft Leo Pleysier voor een prachtige, originele vorm gekozen om de gecompliceerde gevoelens te verbeelden van een zoon bij het overlijden van zijn moeder. Een boek geschreven om voorgelezen te worden.
Een man zit aan het doodsbed van zijn moeder, de vrouw die hem zijn hele leven heeft bedolven onder haar gepraat. Zelfs nu ze dood is hoort hij haar stem, die hem onophoudelijk toespreekt en bemoedert. Wit is altijd schoon is een liefdevol portret van een zoon die wil loskomen van zijn moeder maar zich onlosmakelijk met haar verbonden weet. Een ontroerende en tegelijk buitengewoon opgewekte roman over rouw, afkomst en taal.
Sinds het verschijnen van Wit is altijd schoon in 1989 heeft deze kleine roman een grote vlucht genomen. Er verschenen veertien drukken, het boek werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs 1989 en bekroond met de F. Bordewijkprijs 1990 en de Dirk Martens-prijs, er werd een toneelbewerking van gemaakt en de titel drong door tot het algemene Vlaamse taalgebruik. Het weekblad Knack plaatste de roman in 2008 op de lijst van 10 boeken die tot het Vlaamse literaire canon behoren.
Deze welluidende tekst wordt voor het eerst gelezen door de auteur zelf, die als geen ander weet hoe hij moet klinken.