De gedichten in deze bundel tasten de grenzen af van het menselijke vermogen de wereld vorm te geven, dingen af te dwingen. Ze verbinden de persoonlijke zoektocht van een man naar zijn betekenis met de eeuwenoude thema's van leven, voortplanting en dood om tot de intimiteit van alle mensen te spreken. Tegelijkertijd, zoals het koor in de klassieke tragedies, geven ze hun soms pijnlijke commentaar op de levenswandel van het 'ik'.