Edgar Allan Poe is de uitvinder van de detective, en dat is zijn reputatie niet ten goede gekomen. De detective hoort immers niet bij de hoge literatuur. Maar in zijn eigen tijd bestond de detective als genre in de ontspanningslectuur nog niet; Poe werd in de elitairste kringen van het verre Europa volkomen serieus genomen als de grote schrijver die hij is. De dichters Baudelaire en Mallarmé vonden zijn werk zo bijzonder dat ze het in het Frans hebben vertaald.
Alle verhalen van Poe zijn ongelooflijk en vaak ondraaglijk spannend. De opbouw van die spanning is eigenlijk wel zijn grootste uitvinding. Hij ging uit van de angst als allesbeheersende emotie, zowel bij zijn hoofdpersonen als bij zijn lezers. Die angst is bij die lezers een aangename sensatie: zij zijn immers niet zelf in gevaar. Het grootste gevaar dat ze lopen is afgeleid te worden van de schitterende stilistische en compositorische kwaliteiten van het proza van Poe...