Fae groeit op in Baarn, een dorp aan de rivier. Ze heeft veel vrienden met wie ze dagelijks optrekt. Middelpunt van de vriendengroep is Muis, een kleine vrolijke jongen met een gouden hart. Hij is altijd in voor geintje, zoals het saboteren van de bewaakte spoorwegovergang of het versieren van veel oudere, mooi meisjes.
Op een onbezorgde, zomerse dag wodt in één keer alles anders: Muis krijgt een fataal ongeluk en is weg.
De klap is enorm.
Om haar heen proberen vrienden en familie ieder op hun eigen manier met het verdriet om te gaan. Dat doet Fae ook, door nergens meer aan te denken en er nooit meer over te praten. Maar in haar dromen herhaalt de gebeurtenis zich keer op keer.
Tot ze op een dag naar een concert in Ahoy gaat en vanaf een hoge tribune de diepte in kijkt. Dan komt alles los.
Anke Kranendonk maakte van nabij mee wat de gevolgen van een dodelijk ongeluk kunnen zijn voor de omgeving. Haar nichtje Lieke verloor haar beste vriend, en op basis van haar ervaringen schreef Anke Alles is weg.