Een biografische roman
Roman én muzikale voorstelling over de muze van J.S. Bach
Lange tijd stond ze in de schaduw van de grote meester: Anna Magdalena (1701-1760), de tweede echtgenote van Johann Sebastian Bach. Ze was afkomstig uit een vooraanstaande muzikale familie en werd een van de eerste professionele zangeressen. Ze kreeg een goede baan aan het hof van Köthen, waar Johann Sebastian hofkapelmeester was. Na hun huwelijk vertrokken de twee naar het bruisende Leipzig, waar hij ging lesgeven aan de Thomasschool en cantor werd van het Thomaskoor. Anna Magdalena baarde dertien kinderen, van wie slechts zes hun jonge kindertijd overleefden. Zij leidde het grote, onrustige huishouden en bleef altijd de muze van Bach.
Ze was 48 jaar oud toen Bach stierf. Elf jaar later overleed ze zelf, in erbarmelijke omstandigheden.
In een meeslepende roman, gebaseerd op alle beschikbare historische bronnen, vertelt Eleonore Dehnerdt op gevoelige en levendige wijze de geschiedenis van deze bijzondere vrouw.