Zomer, 1973. De 26-jarige Johan Cruijff tekent bij FC Barcelona en wordt herenigd met zijn oude coach Rinus Michels. Voor het eerst in veertien jaar wordt het team landskampioen. Cruijff is de held van Catalonië.
Maar dit glansrijke begin zet niet door: een conflict met coach Hennes Weisweiler, een gewelddadige overval in zijn huis én een faillissement in 1978. Cruijff vertrekt naar Amerika om zijn fortuin weer op te bouwen bij de Los Angeles Aztecs en de Washington Diplomates. En in 1981 keert de verloren zoon dan eindelijk terug naar Nederland.
Bert Hiddema schrijft meeslepend over een onderbelichte periode uit het leven van Johan Cruijff, met veel nieuwe feiten die maar bij weinigen bekend zijn. Het resulteert in een persoonlijk portret van de grootste voetballer aller tijden.