Simon Carmiggelt (1913-1987) was een cursiefjesschrijver van het eerste uur en hij is dat genre - in een schrijverschap dat ongeveer een halve eeuw omspant - steeds trouw gebleven. Zijn rubriek 'Kronkel' was geliefde dagelijkse kost bij het Nederlandse lezerspubliek. Het werk, eerder met het oog op herkenbaarheid dan op duurzaamheid geschreven, is niettemin deel gaan uitmaken van de Nederlandse literatuurgeschiedenis.
Deze heruitgave, in uniforme, gebonden boeken, van het complete oeuvre van S. Carmiggelt naar de eerste druk van elke bundel is De Arbeiderspers in 1994 gestart.
De eerste druk van De gedichten verscheen in 1974, maar is een verzameling van drie korte, tussen 1949 en 1962 verschenen bundels (Het jammerhout, Al mijn gal en Fabriekswater) en een klein aantal verspreide verzen. De bundels, vol humoristische en weemoedig-laconieke verzen, zagen overigens oorspronkelijk het licht onder het pseudoniem Karel Bralleput. Onder de titel Torren aan de lijm. Alle spotverzen van Karel Bralleput werden ze tussen 1961 en 1972 al diverse malen herdrukt in één bundel.
* Carmiggelt is volgens mij dan ook klassiek, en ik vind het zonde dat hij minder gelezen wordt dan hij naar mijn smaak verdient, zeker nu zijn bundels prachtig worden heruitgegeven door De Arbeiderspers. [...] Er zijn nog steeds lui die zich het hoofd breken over de vraag of Carmiggelt nu tot de Grote Literatuur mag w orden gerekend of niet. Dat was Carmiggelt een rotzorg. Hij noemde zichzelf consequent journalist, wat ik zeer op prijs stel. - Rudv Vandendaele in Humo