Zweedse literaire thriller
Rond de jaarwisseling van 1991 heerst er paniek in Stockholm en leeft de bevolking in angst. Een onbekende dader, gewapend met een lasergeweer, schiet in totaal elf mensen neer. Een van de slachtoffers overlijdt, de anderen raken zwaar gewond sommigen worden voor de rest van hun leven invalide. Het enige dat de slachtoffers gemeen hebben, is hun donkere haar.
In diezelfde periode beleeft Zweden de ernstigste economische crisis sinds vele decennia. In het spoor daarvan komt een nieuwe, militant racistische beweging op. Overal in het land worden asielzoekerscentra met molotovcocktails bestookt. In het parlement spreken politici van de nieuwe ultra-rechtse partij Ny demokrati opruiende taal over allochtonen die misbruik maken van sociale voorzieningen.
De aanslagen door de laserman ontketenen de grootse politiejacht sinds de moord op de Zweedse premier Olof Palme. Na tien maanden wordt John Ausonius de laserman onder dramatische omstandigheden gearresteerd. Hoewel hij ontkent de aanslagen te hebben gepleegd, wordt hij tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Na bijna tien jaar gezwegen te hebben, besluit John Ausonius de aanslagen te bekennen, inclusief de twintig door hem gepleegde bankovervallen. Behalve met de politie wil Ausonius slechts met één persoon spreken: de journalist en schrijver Gellert Tamas.