In dit vijfde deel van de serie 'De drie avonturiers' gaan Johan, Willem en Koos naar Wenen om wat cultuur te proeven van de Oostenrijkse hoofdstad.
Ze logeren bij een oom en tante van Johan, die in nette buitenwijk van Wenen wonen. Al gauw blijkt dat hun buurman een echte bullebak is. Koos, die als eerste een aanvaring met hem krijgt, denkt dat hij de man al eens eerder ontmoet heeft.
Later schiet hem te binnen dat hij een foto van hem heeft gezien op een Duits politiebureau. Het is een gezochte misdadiger!
Als de drie jongens de gangen van "Herr König" nagaan, ontdekken ze op een verlaten industrieterrein een oude loods, waarin dingen gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen. In een geheime fabriek werken illegale vluchtelingen uit het voormalige Joegoslavië, wachtend op een verblijfsvergunning. In werkelijkheid zijn ze echter niet meer dan een paar slaven van de bendeleider en zijn mannen.
De vakantie in Wenen, die zo rustig begon, lijkt te eindigen in een nachtmerrie, waarbij de drie vrienden niet zonder kleerscheuren uit de strijd komen. Wordt de ongrijpbare slavenhaler uiteindelijk toch gegrepen?
Dit boek geeft de lezers spanning en avontuur, maar laat ze ook op een verantwoorde manier één van de dramatische kanten zien van de oorlog in het voormalig Joegoslavië.