Terwijl ze met een ezeltje van Sevilla naar Granada trok deed Mariët Meester een raadselachtige ontdekking: tijdens een van de paasprocessies in de Semana Santa wordt elk jaar een gedetineerde vrijgelaten uit de gevangenis van de provincie Málaga. Om de achtergrond van deze traditie te ontrafelen vestigt ze zich in Málaga-stad, waar ze vanaf de Plaza de los Cristos, midden tussen de gitanos, het leven in Andalusië schetst.
De tribune van de armen gaat over een eeuwenoud en uniek gebruik, over het zoeken naar troost in de roes van de nacht, maar vooral over het verlangen naar menselijkheid.