De geschiedenis van de mens is er een van toenemende vervreemding. Net zoals andere sociale diersoorten zijn we gemaakt om samen te leven. Bijen zijn geprogrammeerd om te leven in korven van tienduizenden, gnoes in kuddes van duizenden en wolven in roedels van een tiental dieren. De mens is gemaakt om te leven in groepen van zo'n honderdvijftigtal individuen. Zo leefde de anatomisch moderne mens samen voor het overgrote deel van zijn geschiedenis.
Ruim tienduizend jaar geleden veranderde dat. De landbouw verscheen op het toneel en de eerste vervreemding was ingezet. We werden sedentair en gingen in alsmaar grotere groepen samenleven. Als antwoord kwam er een explosie aan culturele oplossingen, zoals steden, naties en rijken die door middel van wetten en gebruiken de menselijke interactie orkestreerden. Vandaag voltrekt zich een tweede vervreemding. De groepen waarin we leven smelten samen. Een economische crisis in Azië laat zich voelen op de Europese markt, een conflict in het Midden-Oosten brengt een migratiegolf in onze streek voort en klimaatverandering kan slechts op wereldschaal worden aangepakt. Globalisering verandert onze wereld fundamenteel. De culturele oplossingen die er kwamen na de eerste vervreemding bieden geen soelaas meer. Integendeel, ze veroorzaken soms meer kwaad dan goed. Michael Vlerick argumenteert dat er wel degelijk een weg is. Meer nog, de tijd is er rijp voor. De mens kan voor het eerst in de geschiedenis haar evolutie in eigen handen nemen. Laten we die kans grijpen en een globaal sociaal contract in het leven roepen. Een wereldwijd samenwerkingsmodel waarin burgers het écht voor het zeggen hebben.