Hessel en Sanne zijn op vakantie in Spanje. Tijdens een wandeling verdwalen ze in een vallei in La Alpujarra en ontmoeten een excentriek echtpaar in een ruïne. Hier brengen ze de nacht door. Onder invloed van een hallucinerend middel ontmoet Hessel een Moorse boer die zijn dode vrouw bij zich heeft. Hij raakt door hem gefascineerd zonder te weten dat hij oog in oog staat met Boabdil, de laatste sultan van Granada, die in 1492 werd verbannen door het katholieke koningspaar Ferdinand en Isabella.
Steeds vaker onderneemt Hessel stiekeme 'trips' naar het verleden en beleeft hij enkele hoogtepunten uit de Spaanse geschiedenis in het Alhambra in Granada, in Sevilla en in de moskee van Cordoba. Door deze ervaringen wordt hij geconfronteerd met zijn jeugd en dominante moeder. Hessels reis door Andalusië wordt een keerpunt in zijn leven.
De zucht van de Moor is een gelaagd verhaal. Een aanrader voor wie geïnteresseerd is in de Spaanse geschiedenis en psychologische intrige.