Croydon, 1964. Helen is in de dertig en creatief therapeut in een psychiatrische inrichting. Al jaren heeft ze een relatie met Gil, een charismatische arts met een echtgenote thuis...
Op een middag krijgen ze melding dat in een vervallen huis in de buurt, de haveloze William (een baard tot zijn middel) is aangetroffen, samen met zijn oude tante. Het wordt al snel duidelijk dat William al decennia het huis niet is uit geweest.
Na zijn opname komt Helen erachter dat hij zeer kunstzinnig is. Ze is vastberaden om achter zijn levensverhaal te komen.