Vrolijk? Opgewekt? Nee, de poëzie van Sasja Janssen in Happy, hoe licht van toon soms ook, laat zich alleen typeren in termen van eenzame woede en diepe melancholie. Zoals in haar ballade van een alfahulp: ‘Weer dat gelamenteer om hun moeder die het bed / met anderen houdt, de zusjes getrouwd met vreemdelingen / ik schuil in de hal met de stofzuiger.’ En ook een kalfje dient in deze bundel als dierbaar gezelschap (‘bij de mensen / kun je niet meer terecht’). Toch is Janssen er de dichter niet naar om bij de pakken neer te zitten. Happy tegen wil en dank.
Honderd gedichten
Gerrit Kouwenaar
bookHandleiding voor Ontheemden
Robin Block
bookZe hapte van een tomaat
Anne Budgen
bookHet innerlijk behang
Hans Lodeizen
bookDe blanke gave
Ellen Deckwitz
bookGrensgeval
J. Bernlef
bookHet Liegend Konijn (jg. 21 nr. 1): Tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie
Jozef Deleu
bookThe Best American Poetry 1997
James Tate
bookGodface
Asha Karami
bookMorgen ben ik vrij
Piet Gerbrandy
bookUitzicht is een afstand die zich omkeert
Bernke Klein Zandvoort
bookKokanje
Hannah van Binsbergen
book