Veertig jaar lang was het leven van François van ’t Sant verbonden
met het Koninklijk Huis. Als kersverse hoofdcommissaris van politie
in Den Haag werd hij de vertrouwensman van koningin Wilhelmina,
die de affaires van haar man uit de wereld moest helpen. Nadat Van
’t Sant als gevolg van een schandaal ontslag moest nemen als hoofdcommissaris, benoemde zij hem tot haar veiligheidsadviseur.
Bij de Duitse inval in 1940 vluchtte hij met Wilhelmina naar Londen,
waar hij haar particulier secretaris werd en de leiding kreeg over de
Nederlandse geheime dienst. Later werd hij van verraad beschuldigd.
Na de oorlog bleef hij teleurgesteld achter in Londen. Hij behield
echter het vertrouwen van het hof: in de jaren vijftig adviseerde hij
zowel koningin Juliana als prins Bernhard tijdens de geruchtmakende
Greet Hofmans-affaire.
François van ’t Sant geldt als een van de meest mysterieuze figuren
uit de hedendaagse Nederlandse geschiedenis en hij droeg zelf aan de
mythevorming bij door zijn persoonlijke documenten te vernietigen.
Sytze van der Zee wist zijn verhaal te reconstrueren en deze controversiële
en fascinerende figuur weer tot leven te wekken.