Dr. Leo Vroman komt op mysterieuze wijze om het leven in zijn New Yorkse laboratorium, waar hij zijn Carnarium aan het ontwikkelen is, een toestel dat vlees maakt. Door een ongelukje brengt zijn weduwe, Tineke, enige tijd later een drietal wezens aan het levenslicht, die afsplitsingen van haar echtgenoot blijken (in een letterlijker zin dus dan de overige romanpersonages, die immers ook al afsplitsingen van de auteur heten te zijn). De wezentjes hebben in hun bloedcellen niet alleen hemoglobine, maar ook chlorofyl, en hebben dus een ongewone huidskleur. Dat laatste geeft Leo Vroman (de levende) de gelegenheid de vele avonturen die nog volgen op ongedwongen wijze met de nodige rassenproblematiek te vermengen. De ontknoping van de naar het slot steeds spannender roman brengt, naast andere verrassingen, zelfs nog de ware toedracht van de dood van Leo Vroman (de dode).
En toch is alles wat we doen natuur : De mooiste gedichten over het leven in en rondom ons
Leo Vroman
bookGod en godin
Leo Vroman
bookMens
Leo Vroman
audiobookAlle malen zal ik wenen : het mooiste van Leo Vroman
Leo Vroman
bookDie vleugels : gedichten
Leo Vroman
bookDie vleugels : gedichten
Leo Vroman
book114 gedichten
Leo Vroman
bookHet carnarium
Leo Vroman
bookProza
Leo Vroman
bookUit slaapwandelen
Leo Vroman
bookHet verdoemd carillon
Leo Vroman
bookDe godganselijke nacht
Leo Vroman
book