Op Vlieland groeit Seije op bij haar alleenstaande moeder Fenna. Ze voelt zich buitenstaander op het kleine Waddeneiland, en alleen haar beste vriend Teun lijkt haar te bereiken en begrijpen. Uren struinen ze door de duinen; zilte lucht in de longen, blote voeten in het zand, en later ook de roes van net te veel drank en feestjes tot het ochtendgloren. Intussen lijkt Fenna te vergeten haar dochter op te voeden.
Na een ingrijpende gebeurtenis verlaat Seije het eiland en gaat ze in Edinburgh studeren. Haar academische carrière en een nieuwe liefde voeren haar zelfs nog verder van het eiland, naar New York. Maar haar ambitie houdt geen gelijke tred met haar zelfvertrouwen. Kan ze dat knagende gevoel dat ze het nooit goed genoeg doet de baas worden nu haar wereld groter wordt?