Ik moet stof opdoen, dachk ik. Dat doen schrijvers, die doen stof op. Van die stof maken ze verhalen, zoals God de wereld schiep uit as. Ja, als schrijver ben je een soort god, die een wereld boetseert uit stof. Welke stof moest ik opdoen? Het moest over liefde gaan, dacht ik. Ja, als schrijver moest je de liefde leren kennen. Maar wat wist ik van de liefde? Weinig. Daarin moest verandering komen.
Op een ochtend hoort Ingemar een stem in zijn hoofd die zegt: 'Ingemar, je bent een schrijver.' Ingemar ontdekt dat de stem dit niet zomaar heeft gezegd. Hij krijgt een hoog cijfer voor zijn opstel Nederlands en besluit echt schrijver te worden. Ingemar gaat naar Dimitri, de hoofdredacteur van de schoolkrant, die jong, vlot, knap en homoseksueel is en die Ingemar uitdaagt om een echt, eigen verhaal te schrijven - een roman.
Ingemar wil schrijven over de liefde, maar daar weet hij nog weinig van. Dus hij moet op pad om de liefde te ontdekken. In Yvonne, een van de mooiste en populairste meisjes van de school, vindt hij een bondgenoot.
Door zijn band met Yvonne, de intensieve begeleiding door Dimitri en zijn nieuwe doel in het leven, raakt Ingemar in de war. Hij ontdekt dat de liefde vele gezichten heeft, wispelturig is en dat veel liefdes onmogelijke liefdes zijn.