Elsa is in coma. Al zeven maanden lang voelt ze niets meer: geen kou, geen honger, geen pijn en vooral geen angst.
Thibault wordt gekweld door verdriet en woede, sinds de dag dat zijn broertje een auto-ongeluk veroorzaakte waarbij twee meisjes omkwamen.
Als hij, geteisterd door slaaptekort, op een dag de verkeerde ziekenhuiskamer inloopt, ziet hij Elsa roerloos in haar bed en besluit tegen haar te praten.
Ze praat niet terug, maar hij weet zeker dat ze hem hoort. En terwijl de doktoren, vrienden en familie hun hoop voor Elsa’s herstel verliezen, groeit in Thibault juist de overtuiging dat ze voor elkaar bestemd zijn. Maar kan liefde echt alles overwinnen?