(0)

Ik leef altijd

E-book


Het gevolg is dat er voortdurend te veel O2 wordt opgenomen, maar te weinig CO2 wordt afgegeven. En zo ontstaat er een disbalans tussen de twee stoffen: je ademt door je mond, waardoor je meer lucht binnenhapt alsof je je klaarmaakt om te vechten of te vluchten. En die lucht wordt te snel weer uitgeademd. Waardoor een tekort aan CO2 in de hersenen ontstaat en we het gevoel hebben dat we in ademnood zitten. Om die nood te lenigen gaan we nog méér ademen en houden we zo het te lage CO2-gehalte in stand of laten we die toestand zelfs toenemen.