Twee joodse jongens, Jaap en Max van Praag, broertjes uit de Amsterdamse Transvaalbuurt.
In de oorlog werden hun vader, moeder en zusje vermoord. Zelf doken ze met succes onder, moesten zich een paar jaar muisstil houden. Maar na de bevrijding deden ze hun mond open, en hoe!
Max werd de beroemdste zanger van Nederland, boegbeeld van de VARA-radio. Zakentalent Jaap leidde met Rinus Michels en Johan Cruijff Ajax in de jaren zestig naar de Europese voetbaltop.
Grammofoonplaten en humor bepaalden voor een groot deel hun leven. Elke dag informeerden ze per telefoon naar elkaars omzet. Elke dag wisselden ze moppen uit en strooiden ze hun vrolijke charme in het rond. Hun motto was: 'Geen pech hebben is al mazzel genoeg.'