In Jaren van lood kijkt de zevenentachtigjarige Ali El Manouzi terug op een bewogen en strijdbaar leven. Als jongen helpt hij zijn vader in de gewapende strijd tegen de Fransen, die het land koloniseren. De strijd gaat door tot in de jaren vijftig, wanneer landen in Noord-Afrika en elders in de wereld hun onafhankelijkheid opeisen. Zelfstandigheid (in 1956) brengt de Marokkaanse bevolking echter niet de lang verwachte vrijheid, en de Manouzi's blijven politiek actief, nu tegen de almacht van koning en overheid. Vooral tijdens de jaren zestig tot en met tachtig - jaren van virulente binnenlandse repressie ('Les années de plomb') - betalen de Manouzi's en andere families een zware tol: sommige familieleden betalen met hun leven, andere vluchten naar Nederland en Frankrijk. De Manouzi's leven nog steeds met de allesverterende onzekerheid over het lot van de oudste zoon, Houcine El Manouzi, die in 1972 in Tunesië werd ontvoerd.
Aantal paginas in papieren boek: 155