1937, de Spaanse burgeroorlog woedt in alle heftigheid. Angel, een jongen van negen, ontvlucht met zijn familie San Sebastian in de hoop een veilig onderkomen te vinden in Guernica, de heilige stad. Daar woont ook Carmela, een pubermeisje van bijna 14 jaar, die staat te popelen om aan het volwassen leven te beginnen. Maar Guernica wordt op vraag van generaal Franco meermaals gebombardeerd door de Duitsers. De overlevenden besluiten hun kinderen veilig onder te brengen.
Angel en Carmela worden per boot geëvacueerd naar Vlaanderen. De wreedheid van de oorlog, het verlies van dierbaren, het aanschouwen en ondergaan van gruwel heeft hen zwaar getekend. Ze proberen met een onwrikbaar overlevingsinstinct, bij elk heel verschillend, zich staande te houden in het vreemde land. Het wordt een moeizaam proces van helen, een zoektocht naar veiligheid, de kwetsbare balans vinden tussen verleden, heden en toekomst. Gevoelens van loyaliteit, verraad en schuld, het vergeten en herinneren, gaan hand in hand en kleuren hun levens op een bijzondere manier.
Een beklemmend en psychologisch portret over twee vluchtelingen en hun overlevingstocht, vergelijkbaar met de situatie van vandaag.