De twaalfjarige Isabel weet nu een paar jaar dat haar moeder MS heeft, en dat is niet altijd gemakkelijk. Ze moet veel helpen in huis en uitstapjes gaan soms ineens niet door. Want de ene dag voelt haar moeder zich goed en kan ze (bijna) alles, terwijl ze de dag erna soms niet kan lopen van de pijn of de vermoeidheid.
Isabel wordt heen en weer geslingerd tussen de frustratie over het verloop van de ziekte en het onbegrip in haar omgeving, maar ook tussen de liefde voor haar moeder en haar eigen gevoelens. Gelukkig kan ze tijdens het hardlopen even alles vergeten én heeft ze haar dagboek.