Anita Gelderen, die al zoveel heeft meegemaakt met haar eerste liefde,
Bert Bruinsman - boeiend beschreven in Liefde tot /zet uiterste -, komen
we in deze vervolgroman van Bas Mijnster eerst tegen als leerlingverpleegster
in het ziekenhuis en later ook als vrijwilligster in het hospicehuis
'Refidim'.
Er ontstaat een speciale band tussen Anita en de M.s.-patiënt Geert
Dam. Ze krijgt ook te maken met een euthanasie-aanvraag.
Maar het belangrijkst is wel haar genegenheid voor de kleine Bemt
Virtanen, wiens ouders bij een ongeluk zijn omgekomen.
Bijzonder spannend wordt het voor haar en haar ouders, als Bemt,
ondanks een afschuwelijke dreiging, voorgoed een deel van haar leven
wordt. Hierdoor leert ze ook haar levensgezel Jaap kennen.
Opnieuw een aangrijpend verhaal, waarin het niet alleen om het tijdelijk
geluk gaat, maar ook gewezen wordt op het eeuwig hei\, dat alleen
in de Heere Jezus gevonden kan worden.
Brigadier en schrijver A.B. Mijnster is
sinds 1975 werkzaam bij de Politie,
eerst zes jaar op het land.
Na opnieuw een zestal jaren als
watercoördinator op de meldkamer in
Driebergen, werkt hij thans als brigadier
bij de Politie te water in
Ridderkerk.
Diverse zaken uit zijn inmiddels
25-jarige loopbaan leveren voldoende
stof voor zijn boeken.