In "Luƶern" (1857) handhaaft Tolstoj de dagboekvorm zodat er meerdere, welhaast meta-achtige vertelperspectieven ontstaan. Eerst gebruikt Tolstoj de vorm om een beschrijving te geven van een gebeurtenis, vervolgens om op deze gebeurtenis en de tijdloze betekenis ervan te reflecteren, en ten slotte om zijn eigen reflectieproces te evalueren.
Leo Tolstoj (1828-1910) werd geboren in een aristocratische familie met een landgoed ten zuiden van Moskou. Na het verlaten van de universiteit trad hij toe tot het leger en nam deel aan de Krimoorlog in 1854. Het jaar daarop ging hij naar Sint-Petersburg, waar hij zijn doorbraak had als schrijver, terwijl hij nog geen dertig was. Daarna verliet hij Rusland en reisde door West-Europa voordat hij zich vestigde aan de rivier de Wolga op een landgoed dat hij had geërfd. Hier schreef hij enkele van zijn grote romans. Hij trouwde in 1862 met de 16 jaar jongere Sofija Andreevev Bers (1844-1919), ook wel Sonja genoemd. Enkele van zijn bekendste werken zijn "Oorlog en vrede" (1869) en "Anna Karenina" (1877).