In Moord en Doodslag worden 16 gevallen van moord beschreven. Historisch en verjaard. Het is in rechte niet meer mogelijk om actie te nemen. Rest de pen om de zaak te beschrijven. De meeste in dit boek voorkomende slachtoffers zijn politieke of geestelijke leiders. In één geval betreft het een geleerde. Het gaat niet om de gruwelijke details, die zijn soms bijzonder afstotelijk. Het gaat wel om de beschreven moorden te plaatsen in hun tijd en omgeving, waardoor het tijdsgewricht waarin zij plaatsvonden beter te begrijpen is. Ook wordt er veel aandacht besteed aan de gevolgen van de moorden.
Verrassende zaken komen aan het licht, zoals intrigerende resultaten door het toepassen van nieuwe technieken. Dat is het geval bij farao Ramses III, waarop DNA-onderzoek is toegepast. Maar ook over de invloed van macht op familieverhoudingen zoals bij de moord op Philippus II van Macedonië. En meer inzicht in de achtergronden van een moord door zich te verdiepen in de daders, zie het verhaal over Bonifatius. Of over de dood van Jacob Artevelde: een lynchpartij of huurmoord?
De auteurs proberen de invloed van individuele lotgevallen op grotere processen aan te tonen. Dat geldt zeker voor de dood van Marat en de Franse Revolutie, de moord op Lincoln en de rassenstrijd in de VS. Veel moorden hebben een politieke achtergrond. Ze wekken sterk de indruk dat het streven naar macht soms alleen maar succesvol lijkt te kunnen zijn door het uitschakelen van een tegenstander, die door de dader(s) als een (te) lastig obstakel wordt gezien. Hoe het ook zij, alle behandelde moorden vormen een - zij het macabere - spiegel van hun tijd.
Marijke van der Vrugt is verantwoordelijk voor de bijdragen over Caesar, Papinianus, Bonifatius, Floris V, Willem van Oranje, de gebroeders De Witt, Leon Trotski en Walther Rathenau. Anne Doedens tekent voor Ramses III, Philippus II van Macedonië, Jacob van Artevelde, Jan zonder Vrees, Marat, Lincoln, Alexander II en Rabin.