Ronny droomt van succes zonder moeite, maar liefde en hoop dwingen hem de waarheid onder ogen te zien. Een portret van een verloren generatie.
Paddenkoppenland begint op de eerste autoloze zondag van 1973, in een armzalig dorp onder de rook van Gent. Ronny De Keyzer groeit op tussen de ‘paddenkoppen’, zoals hij ze noemt. Zelf is hij voorbestemd om zijn afkomst te ontstijgen, zo meent hij. Hij vindt zichzelf knapper dan zijn dorpsgenoten, en hij speelt gitaar. Dus wacht Ronny geduldig en hoopvol tot hem iets goeds overkomt. Het geluk moet je in de schoot worden geworpen, zelf iets ondernemen is zinloos. Maar pech achtervolgt hem, zijn muzikale dromen vervagen en zijn kantoorbaan blijkt minder tijdelijk dan hij dacht. Hij heeft de hoop al bijna opgegeven wanneer als bij toverslag toch liefde en succes in zijn leven komen.
In de hem kenmerkende laconieke toon schept De Vos zijn meest innemende personage. Ronny De Keyzer houdt de luie mens een spiegel voor en schetst en passant een portret van een verloren generatie.