Dimitri Verhulst beschrijft rauw en indringend het leven in een Vlaams asielzoekerscentrum, vol gruwelen, spanningen en uitzichtloosheid, waardoor de roman diep onder de huid kruipt.
Het is gedaan dat ik nieuwkomers begroet, mij vriendelijk aan hen voorstel. Het is gedaan met aan iedereen te vragen waar hij vandaan komt, waarvoor hij op de vlucht sloeg, hoeveel moorden er aan zijn beslissing zijn voorafgegaan. Uiteindelijk probeert de ene toch maar de andere qua miserie te overtroeven. Zegt A dat de militairen in zijn land hem twee benen hebben gebroken dan zegt B dat het in zijn land nog erger is, dat de militairen hem drie benen hebben gebroken, en dan laat je alle hoop te water, want wat zou iemand met twee gebroken poten nog asiel krijgen, als iemand met drie gebroken poten er nog geen krijgt.'
Iedereen kent wel televisie- en krantenreportages over asielzoekers. Maar wat zich werkelijk afspeelt achter de hekken van een opvangcentrum is minder bekend.
Dimitri Verhulst liet zich voor het Vlaamse tijdschrift Deus ex Machina enkele dagen opsluiten in het AZC van Arendonk. Het resultaat was een tijdschriftreportage, maar wat hij had gezien liet hem niet meer los: de mensen wiens dagen en dromen doordrenkt zijn van doorstane gruwelen; de onderlinge spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen, de vernederende omstandigheden in het centrum, de contacten met mensensmokkelaars en de uitzichtloze ontsnappingspogingen - al dan niet in vrachtcontainers waarin zuurstofgebrek soms tot de dood leidt.
Het resultaat is Problemski hotel. Fictie die de wrange werkelijkheid zo dicht benadert dat het de lezer onder de huid raakt.'