In Radetzkymars (1932) vertelt Roth de laatste jaren van de Habsburgse monarchie aan de hand van het verhaal van de familie Trotta. Het hoofdpersonage is Carl Joseph Trotta, de kleinzoon van een luitenant die tijdens de slag bij Solferino het leven van de keizer heeft gered en daar met geld en een adellijke titel voor beloond is. Het beeld van de dode grootvader, de held van Solferino, hangt als een schaduw over zijn bestaan als officier in de Donaumonarchie. Met een subliem gevoel voor ironie ontmaskert Roth de schijnwereld van het garnizoensleven en legt hij de barsten en scheuren van de veelvolkerenstaat van keizer Franz Joseph bloot. 'Toen wisten ze nog niet dat zij allemaal, zonder uitzondering, een paar jaar later de dood zouden tegenkomen. Niemand van hen had zo'n goed gehoor dat hij het grote raderwerk van de verborgen reuzenmolens van de grote oorlog al kon horen malen.'
In Duitsland behoort Radetzkymars tot de literaire canon. Voor vele lezers is het melancholische verlangen naar een 'wereld van gisteren', die overzichtelijk is en houvast biedt, herkenbaar.