In het bijbelse boek Prediker was de vraag retorisch: "Wie kan recht maken wat God krom heeft gemaakt?" In onze tijd begint het er sterk op te lijken dat de mens hiertoe wel degelijk in staat is. Sinds de ontrafeling van de structuur van DNA in 1953 is de kennis van het erfelijke materiaal van levende organismen spectaculair toegenomen.
Wat in de 19e en vroeg 20e eeuw begon met erwten en fruitvliegjes, resulteerde in het begin van de 21e eeuw in de ontrafeling van het menselijke genoom. De mogelijkheden die dit met zich meebrengt om onze erfelijke eigenschappen te manipuleren zijn potentieel bijzonder groot. Het is evident dat al deze inzichten en technische mogelijkheden ons voor vele ethische problemen plaatsen. Wie heeft recht op een behandeling? Wanneer is een therapie veilig genoeg om op mensen toe te passen? Hoe duur mag de gezondheidszorg worden? Plegen wetenschappers en artsen geen inbreuk op de menselijke waardigheid? Waar kunnen we waarden en richtsnoeren vinden die de medische technologie in goede banen leidt?
Aan de hand van drie thema's: geboorte, leven en dood, schetst Johan Braeckman een ethisch referentiekader om rationele antwoorden op deze vragen te geven.
INHOUD
College 1. Wat is bio-ethiek?
H1. Wie kan recht maken wat Hij krom heeft gemaakt?
H2. Over moraal en ethiek
H3. Baby's maken
College 2. Het begin van het leven
H4. Technische en cultuurhistorische aspecten van kloneren
H5. Ethische aspecten van kloneren
H6. Over het morele statuut van het menselijk embryo
College 3. Blijven leven: orgaantransplantatie
H7. Een korte geschiedenis van (orgaan)transplantatie
H8. De uitdagingen bij orgaantransplantatie
H9. Andere oplossingen voor het tekort aan organen
College 4. Sterven en de dood
H10. Sterven is belangrijker dan de dood
H11. Over zelfbeschikking