Midas Dekkers is al zo lang hij zich kan herinneren bewonderaar van roodharige vrouwen. Gewone vrouwen stammen af van de apen, roodharigen echter zijn aan katten verwant, zei Mark Twain ooit, en Midas denkt er niet anders over. Enerzijds zijn ze aaibaar door hun prachtige haar, anderzijds kunnen ze net zo fel uithalen. Geen wonder dat ze Midas Dekkers bekoren. En hem niet alleen. Volgens genetici blijft roodharigheid een erfelijke afwijking, zij het de aardigste die er is. Maar waarin schuilt toch de charme van roodharigheid? Als een blondine de heldin is en de zwartharige de boef, wat is dan een roodharige? Heks? Hoer? Madonna? Misschien schuilt juist in die dubbelzinnigheid haar kracht.
Rood is een ode geworden aan die haarkleur die steeds zeldzamer wordt. En waar haal je zo gauw nieuwe roodharigen vandaan, inclusief de sproetjes en de mooie, bleke huid?
Inhoud
Hoofdstuk 1: De bekoring
Hoofdstuk 2: De geur van rood
Hoofdstuk 3: Heerlijke harigheid
Hoofdstuk 4: Melk en bloed
Hoofdstuk 5: Het recept
Hoofdstuk 6: Naar roodland
Hoofdstuk 7: Valse vrouwen
Hoofdstuk 8: De ziel van rood