Nederland heeft een literaire vertaaltraditie waar menig ander land jaloers op is. Toch is er met veel vertalingen wel iets aan de hand. Ze haperen, slepen zich moeizaam voort of bevatten ronduit onbegrijpelijke passages.
Daardoor laten vertalingen zich niet altijd lezen als wat ze zouden moeten zijn: soevereine Nederlandstalige teksten.
Aan de hand van voorbeelden uit de praktijk laat Maarten Steenmeijer zien waar en waarom het fout gaat, en stelt hij een aantal fundamentele vragen: wat is literair vertalen eigenlijk? Hoe verhoudt de stijl van de vertaling zich tot de stijl van het origineel? Is een vertaler te vergelijken met een uitvoerend musicus, zoals je vaak hoort zeggen? En wat is precies de taak van de vertaler?
Schrijven als een ander is een bevlogen pleidooi voor het literair vertalen, dat in ons culturele leven en ons onderwijs een veel te bescheiden plaats inneemt.