Ed Leeflang debuteerde op vijftigjarige leeftijd, met een bundel die exact vijftig gedichten telde: De hazen en andere gedichten (Jan Campertprijs 1980). Zijn onmiddellijk erkend taalvakmanschap en zijn dichterlijke brille heeft Leeflang daarna tot uiting gebracht in de bundels Bewoond als ik ben (1981), Op Pennewips plek (1982), Bezoek aan het vrachtschip (1985), Begroeyt met pluimen (1991), Late zwemmer (1992) en Liereman (1996). Wat in al die bundels steeds weer opviel, is de nauwkeurigheid waarmee observaties gedaan zijn over de meest uiteenlopende onderwerpen (van vogels en vissen tot schooljuffen en -meesters), en de ingehoudenheid waarmee ze verwoord zijn, wars van de minste grootspraak.
De tijd is meer dan rijp voor een overzicht van zijn werk. Leeflang houdt daarom open huis met een bundel die tegelijkertijd een behouden huis wil zijn. Sleutelbos is in die zin een bundel waarin de dichter de gedichten heeft verzameld die hem, in retrospectie, als de beste voorkomen en die hem het liefst zijn.