Na haar reizen door het Midden-Oosten, Afrika, Oost-Europa en Azië keert Lieve Joris in ‘Terug naar Neerpelt’ terug naar het Vlaanderen van haar jeugd, naar het huis aan het kanaal in Neerpelt, waar zij opgroeide als middelste van een woelig gezin van negen. Als kind trekt zij naar haar grootmoeder, als puber raakt zij in de ban van haar artistiek begaafde oudste broer. Hij doet de wind van vrijheid over het gazon waaien en wijst haar de weg het dorp uit, al zal hij daar zelf achterblijven en gaandeweg ontsporen. Met vallen en opstaan zoekt Lieve Joris haar weg in de wereld. Aan de personen in het huis aan het kanaal kan zij niet ontsnappen. Haar geboortedorp was een plek om vandaan te gaan, maar haar terugkeer was even onvermijdelijk.
Uit deze familiegeschiedenis stijgt behalve een tijdsbeeld ook het verhaal op van een
dorpsmeisje dat, dwars tegen haar lotsbestemming in, haar weg vindt naar het schrijverschap