Xenia Danilina is in de jaren dertig van de negentiende eeuw in Siberië opgegroeid: een mooie, sterke vrouw die als apothekeres te paard alle buurtschappen rond Irkoetsk afgaat. Zij is weliswaar in de revolutionaire opvattingen van haar vader opgevoed, maar haar huwelijk met een gewiekste financier verplaatst haar leven naar het weelderige bestaan van de Sint-Petersburgse aristocratie. Aan die weelde raakt zij zo verslaafd, dat zij ervoor een slecht huwelijk op de koop toe neemt.
De Russische samenleving, geschokt door de barbaarse Krimoorlog, ondergaat met de
komst van een nieuwe tsaar grote veranderingen: de lijfeigenschap wordt opgeheven, de censuur getemperd en ondergronds groeit een hernieuwde revolutionaire beweging.
Al relatief jonge weduwe, beleeft Xenia haar grote liefde met iemand die zij twintig jaar geleden in Siberië ontmoette, maar haar geluk wordt bruut verstoord als zij plotseling wordt geconfronteerd met de affaire die haar grillige zoon, Arkadi, met een van haar protegees heeft. Het gaat om de jonge componist Tainevski (Theun de Vries liet zich inspireren door de figuur van een van Ruslands grootste componisten), die in zijn homoseksualiteit een demon ziet met wie hij dagelijks worstelt. Deze affaire brengt Xenia tot een wanhoopsdaad.
Met Terug uit Irkoetsk voltooit Theun de Vries de meeslepende romandiptiek die hij in 1993 met Sint-Petersburg begon. Het decor van Terug uit Irkoetsk is het Sint-Petersburg van rond 1850, en het is meer dan een decor: het is een voortdurend aanwezig, stralend element in deze roman, die overigens geheel op zichzelf staat en afzonderlijk gelezen kan worden.