Het peloton is het huis van de renners. Ze verblijven er immers van 's ochtens tot 's avonds, ze werken in weer en wind, de godganse dag, voor zichzelf of voor hun werkgever, ze discussiëren, socializen, ze plassen er, en meer...
Er zijn net zoveel manieren om in dit huis te wonen als er wielrenners zijn. Sommigen rusten er, anderen verbergen zich, sommigen doen het huishouden, anderen kijken uit het raam. De brutaalste en meest ervaren renners ontsnappen. Maar toch komen ze er allemaal elke ochtend weer samen. Het peloton is een kleurrijk en katachtig huis dat zich uitstrekt, uiteenvalt en weer samenkomt terwijl het zich een weg baant over de weg, door het landschap.
In vijfenveertig wielerverhalen vertelt Paul Fournel met zijn poëtische blik en zijn meeslepende schrijfstijl, die de liefhebbers kennen uit de succesvolle wielerboeken Ik en mijn fiets en Anquetil alleen, over de intimiteit van het peloton.
aul Fournel (1947) heeft romans, korte verhalen en talloze boeken voor jongeren gepubliceerd. Voor zijn boek Les Athlètes dans leur tête ontving hij in 1989 de prestigieuze Prix Goncourt de la Nouvelle. Als vervent wielerliefhebber en een niet onverdienstelijk amateur wielrenner schreef hij naast zijn nieuwste boek Thuis in het peloton (2022) nog twee (bekroonde) wielerboeken: Ik en mijn fiets en de biografie Anquetil alleen.