‘Alexandrië had zich allang in hem genesteld. Hoe vaak was hij in zijn vroege puberjaren niet wakker geworden met natte haren – vooral na lange, lome zomerdagen vol lamlendigheid –, vechtend met een zee zo zwart, zo groot, en de lichten van de stad als vuurvliegjes in zijn rug. Golf na golf. En dan twee fluorescerende ogen als van een kat, die hem aanstaarden terwijl hij naar adem hapte op het dek van een vissersboot. Die nachtmerrie, bijna vergeten, keerde samen met de herinneringen aan de stad terug.’
Wanneer Amir hoort dat zijn vader Nessim een week eerder in Alexandrië is begraven, probeert hij die informatie weg te stoppen, de stad en zijn vader te vergeten. Hij wil in Nederland wortelen en carrière maken, en zijn leven niet laten beïnvloeden door de dood van een man die zijn gezin ooit in de steek liet. Tevergeefs. Alexandrië kruipt via een bijna vergeten droom zijn hoofd in.
Ook Nessim heeft ooit geprobeerd de stad achter zich te laten. In zijn jeugd ziet hij hoe de nationalistische plannen van de Egyptische regering geen ruimte bieden voor de levendige, internationale gemeenschap. Steeds meer families vertrekken en ook Nessim wil naar Europa. Misschien dat de liefde tussen hem en een Joods meisje daar wel een kans krijgt.
Tussen morgenzee en avondland laat op sprankelende en poëtische wijze zien hoe uit een mengelmoes van culturen nieuwe, inspirerende verhalen ontstaan.