Na de dood van haar moeder wordt de 17-jarige Merel Verhoef opgevangen door de man die haar voogd blijkt te zijn: Otto Funnekotter, een aan lager wal geraakte advocaat. Hij brengt haar onder in Villa Betty, het landhuis van de familie Beaufort. Daar maakt zij kennis met Pierre, een flamboyante bankier, zijn schatrijke vrouw Adèle en hun drie kinderen Cecilia, Jan-Fridus en Olivia. Daarnaast biedt het huis onderdak aan tal van wisselende huisgasten. Door haar vriendschap met de opstandige Olivia lijkt Merel de rol van buitenstaander af te schudden. Maar terwijl ze zich onderdompelt in de betoverende wereld van de Beauforts, beseft ze dat er veel is dat ze niet weet. Waarom worden de gevoelens van Adèle zo krampachtig gespaard? Hoe oprecht is haar voogd? Merel, bang om uit het paradijs te worden verstoten, blijft de familiecodes trouw: zwijgen en glimlachen. Tot een schandaal de familieverhoudingen op scherp zet. Merels positie komt onder zware druk te staan en als zij de vriendschap met Olivia dreigt te verliezen, wacht ze niet langer af en gaat op onderzoek uit. Ze doet een ontdekking die alles, ook het verleden, in een nieuw en onthutsend licht zet.
Villa Betty is een zinderende roman van Nederlandse bodem. Het is een spannend verhaal over een gefortuneerde familie die leeft voor de buitenwereld - tot die buitenwereld te dichtbij komt en de façade instort.