Wie Italië wil begrijpen, moet Italië in augustus leren begrijpen. Het is een maand zo machtig dat al het andere ervoor moet wijken; de politiek, de maffia, het voetbal, zelfs de kerk. Augustus is de maand waarin puberliefdes opbloeien en twintigers met hun strakke, zoute lijven door de branding flaneren. Het is de maand van de zoete watermeloen en van een bord spaghetti alle vongole in Rimini, Ventimiglia of Pietrasanta; plekken waar de warme wind ’s middags je ’s avonds kunt dansen aan zee.
Volkskrant-correspondent Jarl van der Ploeg, wiens zomers zich al een leven lang in Italië afspelen, legt aan de hand van la bella stagione de Italiaanse volksaard uit. Waarom liggen linkse politici op Toscaanse stranden, terwijl die van rechts juist in Emilia-Romagna zonnen? Waarom drinken Italianen zo weinig tijdens hun strandfeesten en hoezo is de zee altijd leeg tussen een en vier ’s middags? En, zeker niet onbelangrijk, waarom moet je op een Italiaans strand nooit naast een oud vrouwtje zonder smartphone gaan liggen?