De kinderen krijgen hun zin: op de terugweg van vakantie stoppen ze bij de fastfoodketen. Maar, waarschuwt hun moeder: eens en nooit weer! Het vooruitzicht van zo’n strak verpakte burger, de felbegeerde frietjes en een geweldig plastic speeltje.
Van die droomwereld blijft weinig over als de jonge verteller bij zo'n vestiging aan de slag gaat: tafels en wc's ontsmetten, vloeren boenen, friet bakken, zakken met fastfood vullen, de wedijver tussen de medewerkers, dag in, dag uit. De minuten op de prikklok tikken langzaam voorbij. De handelingen zijn mechanisch, repetitief, doen denken aan de ploegendiensten van vader in de fabriek.
Dit veelbelovende debuut is een kijkje in de keuken van niet alleen de fastfoodindustrie, maar ook de wereld daarbuiten. Vlot en soms droogjes, met scherpe humor en gevoel voor poëzie in de kleine dingen schetst Baglin een indringend beeld van sociale ongelijkheid.