'What the f*ck?!' Op 27 juli 2017 zijn dat de laatste woorden van Joost (38), voor hij in de Amsterdamse metro 53 overlijdt nadat hij door een volslagen onbekende man meerdere malen is gestoken met een aardappelschilmes. De dader is een psychiatrisch patiënt met een lange rij geweldsdelicten op zijn naam, die gedwongen is opgenomen en een paar uur verlof heeft gekregen.
Hoe kon het dat deze man op dat moment vrij rondliep? Wie is daarvoor verantwoordelijk?
Als de vriendin, de zus en de ouders van Joost op zoek gaan naar antwoorden op hun vele vragen, lopen ze vooral tegen muren aan. In alle documenten en rapporten en in de vele gesprekken die ze voeren met betrokken instanties, zien ze hetzelfde patroon: geen verantwoordelijkheid nemen, maar wijzen naar elkaar, schuld afschuiven en damage control. De strijd die ze aangaan om de onderste steen boven te krijgen is intens. Door hun vasthoudendheid wordt langzaam maar zeker helder dat een reeks aan instanties fout op fout heeft gestapeld. En daarmee leidt hun zoektocht onvermijdelijk tot de conclusie die voor henzelf de allerzwaarste is: die fatale steekpartij in metro 53 had nooit mogen plaatsvinden. Joost had zijn leven niet hoeven verliezen.
Dat er in deze zaak enorme fouten zijn gemaakt, is inmiddels in diverse rapporten vastgelegd. Maar hoe de nabestaanden - dwars door een intensief rouwproces heen - vooral zelf hebben moeten strijden om die erkenning te krijgen, wordt pas duidelijk in dit boek. What the f*ck?! - Hoe het falen van instanties leidde tot de moord op mijn broer Joost is zowel het verslag van een aangrijpend familiedrama als een dringende oproep tot een uiterst zorgvuldig beleid rond tbs.