In een bed & breakfast in Woodstock, NY vindt Nola Goodyear een gastenboek. Er staan brieven in van een vader aan zijn zesjarige zoontje, dat in 1969 op het Woodstock Festival in een vijver viel. Een half miljoen omstanders en niemand zag het gebeuren.
Nola logeert in Woodstock met haar man David Winger, een succesvolle toneelschrijver. Hij heeft zichzelf twee doelen gesteld. Hij wil een stuk schrijven over het legendarische muziekfestival. Niet de zoveelste flower power-verheerlijking maar de waarheid: over het hedonisme, de drugskrankzinnigheid, het stelen van elkaars drinkwater en boterhammen. Voorts wil hij eindelijk een baby verwekken. Probleem één: hij kan geen invalshoek vinden voor zijn stuk. Probleem twee: zijn vrouw wordt maar niet zwanger. En geduld is niet zijn sterkste kant.
Nola heeft haar eigen zorgen. Moet ze hem vertellen over het gouden verhaal in het gastenboek? En hoe eerlijk moet ze zijn over haar aarzelingen over het moederschap? Als restauratrice kan ze met eindeloos geduld het houtwerk van meubels in oude glorie herstellen, maar in haar relatie ontbreekt het overzicht. Ze mist haar werkplaats.
Woodstock herbergt een dubbele geschiedenis over achterdocht en bedrog uit liefde. Over het verlangen naar een kind en de angst om het te verliezen. Over de schaduwzijden van hooggestemde idealen en tomeloze ambities.