In Zweefduik heeft een man van alle leeftijden ontmoetingen met vreemden en bekenden. Hij trekt met ze op — kijkt, luistert, proeft, ruikt — en laat ze weer gaan. Verliefd zit hij in een auto onder water met zijn meisje, in nachtelijk Rome kijkt hij toe hoe een prostituee zich wast in een bassin, hij helpt een schoolvriend bij een sprong van een spoorbrug en in een natuurmuseum wordt hij aangevallen door een woedende freule.
Wilfried de Jong (1957) debuteerde met Aal, dat werd genomineerd voor de Debutantenprijs. Daarna volgden onder andere de bestsellers De man en zijn fiets en Kop in de wind. Met dit laatste boek won hij de Nico Scheepmaker Prijs.